Binnen het werkgebied Waterrijk-West en Waterrijk-Boomgaard komen op dit moment veel broedvogels voor. Naast veel reguliere vogels waaronder diverse eendensoorten, de Knobbelzwaan, ganzen en Meerkoeten, zijn onder andere de Fuut, Tureluur, Kievit, Scholekster en Rietgors waargenomen.
Binnen het werkgebied wordt gewerkt volgens de ‘gedragscode Flora- en Faunawet voor de Bouw- en Ontwikkelsector’. Dit houdt in dat broedende vogelsoorten niet worden verstoord en dat er aandacht wordt geschonken aan rondlopende jonge vogels. Daarnaast zijn een tweetal ecologen benaderd om de uitvoerende partijen op het werk te adviseren en te begeleiden en is er een werkprotocol op basis van de gedragscode opgesteld. Dit protocol is toegespits op de locatie. Alle werkzaamheden worden tevens afgestemd met de bevoegde instanties vanuit de overheid.
De aanwezigheid van de broedvogels heeft gevolgen voor de aanwezige vegetatie. Op diverse locaties wordt tot minimaal medio juli niet gemaaid. Dit om te voorkomen dat nesten worden vernietigd en dat er slachtoffers vallen onder de jonge rondlopende vogels. Om de werkgrenzen voor de uitvoering duidelijk te maken, wordt binnen het werkterrein met afzetlinten aangegeven waar wel en waar niet mag worden gewerkt. Bovendien worden deze werkterreinen zodanig ingericht en onderhouden dat het voor broedende vogels niet interessant is om zich hier te vestigen.
Het niet kunnen maaien van diverse locaties kan leiden tot overlast van bijvoorbeeld pollen. Wij vragen hiervoor, mede gezien de unieke situatie, begrip van de omwonenden. Op moment dat betreffende locaties na inspectie worden vrijgegeven, wordt een aanvang gemaakt met de nodige maaiwerkzaamheden.